Zo’n 3300 jaar voor Christus ontstond er langs de Nijl een beschaving genaamd “het oude Egypte. Deze beschaving begon onderleiding van Menes, de eerst heerser ven het Egypte die aan de wieg stond van de faraonische dynastieën. Na Menes zullen later nog 30 farao’s gaan volgen. Maar een beschaving ontstaat niet zomaar. De Egyptenaren kwamen naar de Nijl doordat het klimaat veranderde en de woestijn de Sahara zich begon te vormen. De Egyptenaren trokken naar de vruchtbare grond rond om de Nijl, zodat zij voorkonden leven.
De Egyptenaren waren erg gelovig en geloofden in een aantal verschillende goden. De Egyptenaren vereerden deze goden allemaal, maar de belangrijkste god die zij vereerde was toch wel de zonnegod Ra.
De belangrijkste goden op een rijtje (van links naar rechts)
1. Horus (verbonden met de farao, hemelgod)
2. Seth (vijand van Horus en Osiris) : god van stormen en wanorde
3. Thoth (maangod en god van de schrijfgod, het tellen en de wijsheid.
4. Chnoem (god die de mensen vormt op zijn pottenbakkerswiel)
5. Hathor (godin van de liefde, geboorte en dood)
6. Sobek (krokodillengod, heer van deFajoem)
Volgens de Egyptenaren waren de farao’s de zonen van deze god. Waardoor de farao’s veel macht en rijkdom kregen van hun volk. Het volk dacht namelijk dat de farao’s ook goden waren en daarom leefden de farao’s apart van het volk. De farao kreeg alles voor hem/haar speciaal ontworpen. Zo werd er kleding voor de farao ontworpen, maar ook gebruiksvoorwerpen. De farao droeg altijd een staart van een stier bij zich, wat als teken stond voor de kracht en vruchtbaarheid. Een farao had goddelijk bloed in zich en om dit te behouden trouwen de Koninklijke erfgenaam met een broer of zus van hem/haar. De farao had vaak ook meerdere vrouwen waar hij meerdere kinderen mee had, maar de vrouw die zelf een Koninklijke erfgenaam was kreeg kinderen die ook erfgenaam werden. De andere kinderen van andere vrouwen konden nooit farao worden zonder te trouwen met een erfgenaam. Doordat de Egyptenaren vele verschillende goden hadden brachten zij ook vele offers aan deze goden. Naast deze offers maakten de Egyptenaren ook vele beelden en schilderingen van de hun goden. Deze beelden en schilderingen zijn later gevonden in de piramides en tempels van de Egyptenaren.
De beelden werden gemaakt van verschillende steensoorten. Naast deze beeldjes zijn er ook kleine beeldjes tussen de lappen stoffen waar de mummies in werden gewikkeld gevonden. Deze beeldjes werden van hout, klei of edel metaal gemaakt. De Egyptenaren gaven de mummies deze beeldjes mee om de dode farao te hebben met de reis naar het andere leven. Het mummificeren van een farao was nog een groot karwei. Eerst werden alle organen van de overledene uit het lichaam gehaald. Dit werd met speciaal gereedschap gedaan. Het hart bleef in het lichaam zitten. De organen werden in potten bewaard. Wanneer alle organen uit het lichaam waren gehaald werd het lichaam uitgedroogd met natrium (een soort zout). Waardoor alle sappen uit het lichaam werden verwijderd. Zo kom het lichaam lang bewaard blijven. Het lichaam werd in gezwachteld met stukken linnen van soms wel 150 meter. Bij ieder onderdeel wat de mummificeerders deden werd een gebed op gezegd. Na het in zwachtelen van het lichaam werd de mummie gezalfd met hars en werd er een masker op het hoofd van de mummie gezet. Als laatste werd de mummie in een sarcofaag gelegd. Waarop een afbeelding van de farao was afgebeeld. Dit deden de Egyptenaren omdat ze geloofden dat de geest van de farao zo de mummie kon herkennen als zichzelf. De potten met de organen werden naast de sarcofaag in de grafkamer begraven.
Naast de sarcofaag en de potten met organen gaan er verhalen dat de Egyptenaren ook dienaren en huisdieren met de farao mee begroeven, maar dit is nooit bewezen. Vele graven van farao’s zijn in de loop van de tijd leeg geroofd, maar één graf is in tact gebleven. Dit is het bekendste graf van een farao, het is het graf van Toetanchamon. Een farao die op zijn 18 levensjaar stierf. Hieronder zie je het dodenmasker van Toetanchamon.
De piramides zijn een van de bekendste bouwwerken over de hele wereld. Zeg je piramides dan denk je aan Egypte, maar hoe en waarom zij deze driehoekige gebouwen gebouwd?
De Egyptenaren hadden een aantal goden die zij vereerde. Op aarde was uit de naam van de goden een farao aangesteld die over Egypte heerste. Wanneer een farao aan de macht kwam, werd er gelijk opdracht geven om een piramide voor de farao te bouwen aangezien de piramide bouw soms zo’n 30 jaar kon gaan duren. Door de piramide bouw direct na de troonsbestijging van de farao te beginnen kregen de onderdanen van de farao de piramide voor het sterven van de farao nog af. Er werkten soms wel 100.000 mensen aan mee. Dit waren arbeiders die het een grote eer vonden om dit werk te mogen doen. Dus geen slaven, zoals men lange tijd heeft gedacht. Maar het werken bij de bouw van de piramide was soms zo zwaar, dat sommige arbeiders zich na 35 jaar letterlijk dood werkten. De steenblokken waarmee de piramide werd gemaakt werden uit de rotsen gehouwen. De meeste van deze stenen wogen wel 2500 kilo. Daarna werd iedere steenblok met okerkleurige verf beschreven zodat de bouwers wisten waar het steenblok moesten komen in de piramide. De stenen werden met een soort slee en touw naar de juiste plek getrokken. Wanneer de steenblokken opgetild moesten worden gebruikten de Egyptenaren steen, hout en specie om werkhellingen te maken waar de stenen overheen getrokken kunnen worden.
Alle piramides werden gebouwd in het westen, waar de zon onder gaat. De Egyptenaren geloofden dat als de zon in het westen zou dood gaan, de doden in het westen begraven moesten worden. De zonnegod Ra speelde hierin een belangrijke rol. Daarnaast moest een piramide in de buurt van de Nijl en de woonplaats van de farao worden gebouwd. Wanneer de piramide helemaal af was werd er voor de piramide een sfinx uit een rots gehouwen. Een groot beeld met het hoofd van een mens en het lijf van een leeuw. Het hoofd van de mens staat van de intelligentie daarnaast staat het lijf van de leeuw voor de kracht. Deze kracht en
intelligentie staan samen voor de macht van het koningrijk van de farao.
Na de piramide bouw te hebben beschreven en daarnaast een groot en fraaie sfinx te plaatsen gaan we nu verder met de binnenkant van de piramide. De binnenzijde van de piramide is net een doolhof. Dit is er voor bedoeld dat dieven en grafrover niet bij de schatkamer terecht konden komen. In de piramide bevinden zich vele gangen en kamers. In de kamer waar de farao werd begraven vinden zich ook vele schatten, maar in de eerste dynastie van het oude Egypte werden de farao’s blijkt nu helemaal niet begraven in de voor hun gebouwde piramides. Dit is tot op de dag van vandaag nog steeds een van de grootste mysteries van het oude Egypte. Sommige farao’s lieten namelijk in de tijd dat hun regeerde twee piramides maken maar werden in geen van twee begraven. De meeste farao’s lieten zich begraven in een Mastaba. Een Mastaba is een groot rechthoekig bouwwerk met zwak hellende wanden. Deze bouwwerken konden wel 30 kamers bevatten. Op de wanden van de mastaba’s zijn vele reliëfs gevonden waardoor wij in deze tijd hebben kunnen onderdekken welke farao waar is begraven.
In de reliëfs zijn later bekent geworden als hiërogliefen. Hiërogliefen zijn het tekenschrift wat in het oude Egypte werd gebruikt in plaats van de letters en cijfers die wij tegenwoordig kennen. De Egyptenaren hadden een eigen schrift. Dit schrift bestond uit allemaal tekens. Deze tekens konden een letter betekenen of hele woorden. Het heeft vele jaren geduurd voor archeologen om deze hiërogliefen te ontcijferen, maar uiteindelijk werd er in juli 1799 in de Egyptische plaats Rosette een steen gevonden waarop bovenaan de hiërogliefen stonden, in het midden het Demotisch schrift ( het oud Egyptische schrift) en onderaan het Griekse schrift. Door deze vondst konden de archeologen het hiërogliefen schrift ontcijferen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten